1. Verwijder de ventieldop, de sluitring en de o-ring van het ventiel.
2. Selecteer de juiste rubber aansluiting voor jouw velg. Is je velg rond; gebruik dan de ronde rubber aansluiting en kies de juiste breedte. Is je velg rechthoekig, gebruik dan de rechthoekige aansluiting. Zorg ervoor dat de rubber aansluiting helemaal tot onder op het ventiel is geschoven voor je begint met de montage in de velg.
3. Duw het ventiel door het ventielgat, doe dat vanuit de velg richting de naaf. Plaats daarna de o-ring over de punt van het ventiel en schuif deze helemaal naar beneden totdat hij tegen de velg zit.
4. Draai de sluitring op het ventiel tot deze vast zit tegen de velg met de o-ring ertussen.
5. Gebruik een 4mm. inbussleutel aan de onderkant (binnenkant) van het ventiel om deze vast te houden en duw het ventiel tegen de velg. Terwijl je dit doet kun je de sluitring gemakkelijk aandraaien, doe dat tot deze handvast zit. Het is geen probleem als de rubberen o-ring enigzins tussen de velg en de sluiting uit gedrukt wordt, dit geeft aan dat een luchtdichte afsluiting is gecreëerd. Draai de ring echter niet te sterk vast, hierdoor kunnen juist lekkages ontstaan.
6. Als je ervoor kiest om met ventieldoppen te rijden, kies dan voor de 2 zwarte doppen of rijd met 1 zwarte en 1 paarse ventieldop. De paarse variant heeft niet alleen een toffe kleur, je kunt deze dop ook gebruiken om je ventielkern los te draaien.